Het was
zo’n overhemd dat gedragen wordt door Gerard Joling, de jonge Hazes en
eigenaren van speedboten in Vinkeveen. Het was roze van kleur en had een hele
hoge boord die je met drie knoopjes kon vastzetten. De kraag stond wijd open
waardoor de aandacht werd getrokken door het
binnenwerk dat was afgezet met een bloemenmotiefje. Het was kortom, zo’n
overhemd dat je aan tafel verwacht bij DWDD. Het vreemde was, dat dit P&W
was. En het allervreemdste was, dat dit overhemd om de nek zat van Arie Slob.
Arie Slob die zich met zijn geestverwanten Jolanda en Alexander hun inbreng aan
het Kunduzakkoord zat toe te lichten. Tien jaar na zijn dood had Pim dat toch
maar mooi bereikt.
Oude politiek, regentenpolitiek; allemaal waar,
maar voor mij maakte Fortuyn vooral een eind aan het tijdperk waarin de
politiek in Nederland een C&A landschap was. Het legendarische
lijsttrekkersdebat van maart 2002 was een ongelijke strijd tussen een sharp dressed dandy en de hollandse
huisvaders uit de confectiepolitiek . Melkert had geen enkele steun aan zijn
Peek & Kloppenburg jasje en verdronk in zijn gewatteerde schouders,
Dijkstal oogde in zijn linnen setje als een AOW’er die naar het vissen staat te
kijken.
Na de dood van Pim maakte het powersuit korte
tijd opgang in het bedrijfsleven. In de
nazomer van 2002 zat ik op het terras van Café Wildschut achter een paar reincarnaties
van de messias himself. De kale schedels waren nadrukkelijk aanwezig, het doublebreasted pak verschafte de dragers
een harnas van zelfvertrouwen. Het waren de heren van de Taxi Centrale
Amsterdam. Twee jaar daarvoor hadden ze de eerste concurrent op de zojuist vrij
gegeven taximarkt (De Puinhopen van Paars!) de stad uitgeslagen. Met het
aantreden van Jan Peter en de knapen van Ed Maas was er geen vuiltje aan de
lucht voor de vrije jongens van het taxiwezen. In de septemberzon glommen de
bruinwitte loavers dat het een lieve lust was.
Leuker vond ik het er niet op worden, met die
Fortuyn-look, volgens mij vooral
populair bij zakenjongens die de LPF zagen als een signaal dat een nieuwe elite
het roer ging overnemen. Het waren de mannen die wisten hoe je een toko runt, powerhouses uit het soort handel waar
een grote bek alsmede een portie dress to
impress geen kwaad kon. De jongens
uit het vastgoed, de autodealers, de 06-industrie. Ik presenteerde in die tijd
reclamecampagnes aan een marketing directeur van een
telefoonwinkelketen uit Veenendaal . De man transformeerde in notime van een
meegaande krullenbol in een glimmend
projectiel waar geen centimeter mee viel te polderen.
Pim leerde politiek en zakenwereld hoe belangrijk
presentatie was. En de resultaten zien we tien jaar later in
vertegenwoordigersrestaurants en businessplaza's. We dragen de broekspijpen
kort a la Jort, met een paar bruine schoenen eronder. Fleurige bloemenhemden
staan wagenwijd open en de pakken kunnen best een maatje kleiner, net als
Matthijs. Niet dat we het allemaal even goed kunnen hébben en misschien heeft
de kwaliteit van het schoeisel nog een iets te hoog Bata-gehalte, maar we
probéren tenminste iets.
En nu was dus ook Arie om. Wie in een akkoord zat
met én VVD én GroenLinks mocht werkelijk spreken van nieuwe politiek. En dus
was het tijd geweest voor een nieuwe
look. Had hij het hemd samen met zijn vrouw gekocht? Bij een boetiek in Zwolle?
Of was het hem aangereikt door een mediatrainer van de CU? Had de CU
mediatrainers? Had hij zich bekeken gevoeld, de eerste werkdag in de trein naar
Den Haag? De dekselse boord bedekt met een sjaatje? En zou hij het op zondag ook aandoen als hij
ter kerke ging kerke in zijn woonplaats? Er rezen vragen die belangrijk waren.
En eigenlijk ook niet. Tien jaar na Fortuyn was de polarisatie een halt
toegeroepen. En had Arie Slob zich op
zijn manier ontwikkeld tot een modern politicus. De rest deed er niet toe.
Raoul Bakker