vrijdag 27 april 2012

FC Heinsbroek



Verschenen in Het Financieele Dagblad


Terwijl woensdagavond bij Nieuwsuur was te zien hoe Jan Kees de Jager zwetend de fractiekamers afliep om te vernemen of nog iemand van de oppositie trek had om mee te doen met de bezuinigingsplannen van Rutte I,  zat op het andere net Herman Heinsbroek bij Sven Kockelman.
Volgens de ex-langspeelplaatondernemer en minister voor 86 dagen was de oplossing voor de crisis niet zo moeilijk. Alle verdragen met Brussel opzeggen, uit de euro en samen met Duitsland een monetaire unie in. En natuurlijk slagbomen terug aan de grens, tegen Oost Europees gespuis en andere gelukszoekers. Kwestie van logisch nadenken, klonk het luid. Kockelman was er stil van.
Het aplomb van de selfmade jongens blijft een fascinerend raadsel. Ik heb me altijd afgevraagd hoe je, als je rijk bent geworden met paneermeel, denkt van alles verstand te hebben. Welk stofje ervoor zorgt dat je, leuk geboerd hebbend in plastic raamkozijnen, zeker weet dat Europa een denkfout van het zuiverste water is. Het is dat Rotary-gelijk, het Lions Leerdam gewauwel. De jongens van de winkeliersvereniging in hun bitterbal universum. De sponsorlounge van de FC Heinsbroek.
In mijn vak kom je ze ook wel tegen. Ze kunnen na 10 seconden een conceptidee afdoen als onzin en je meteen vertellen hoe het wél goed is. Totaal overbluft sta je tien minuten later weer buiten. Op de parkeerplaats heb je heel even zin om het portier van jouw gezinsauto in de flank van zijn überklasse te planten.
Ach, gelukkig ben je het vijf minuten later ook weer kwijt. Want het zijn best aardige jongens en het succes is ze gegund.  Ze maken je alleen zo verdomd onzeker: het kán toch niet zo zijn dat de wereld zo eenvoudig in elkaar zit?
Jan Kees kwam een PvdA-vertrek uit en snelde nu door de gangen van het Binnenhof naar de kamer van Groen Links. Zijn mooie pak had wel eens beter gezeten. Ook had hij dat loopje van mannen met overgewicht, waar de bovenarmen een onnatuurlijk bocht moeten maken om het bovenlijf, waardoor de handpalmpjes naar achter draaien. Het zweet stond erin. Niks Heinsbroek, niks groot gelijk: hier liep een man in een wereld vol onbegrijpelijke problemen. Op de een of andere manier stelde me dat enorm gerust.