De politiek laat de gewone hond uit de Bavinkbuurt in de kou staan. Als de Nederlandse keffer de staat niet meer op durft, waar zijn we dan mee bezig?
Vertelt u maar.
Vroeger was het hier een nette wijk. In de Titaantjeslaan woonden twee schapedoezen. Meneer Pieters uit de Nesciohof had een kees. De patrijshond van de familie Prins. Het eh uweetwellikkertje van buurvrouw Bruinsma. Honden waren het, maar áárdige honden.
En toen?
Toen bedacht Den Haag dat rassen gemengd moesten wonen. En wat zien we in de Bavinkbuurt? Trainingspakvolk met van die Flodder bouviers. Surinaamse hazewinden die moddervet zijn van de roti. Spaanse krakers met een roedel enge herders. Om maar te zwijgen van dat vechthondengespuis uit het woonwagenkamp achter de Koekebakkerstraat.
Dat botst.
Botsen, precies wat u zegt! Fifi van buurvrouw Wever is laatst nog te grazen genomen door een Napolitano daar lusten de honden geen brood van. Dat had met liefde niks te maken, pure wellust meneer. Het is een ander ras, dat is het.
Komt u met die rassentheorie niet op een hellend vlak?
Ha! Hellende kak, zult u bedoelen. Heeft u wel eens gezien wat die Mastino van hiernaast neerlegt in het Bavinkplantsoen? Krachtvoer van de Lidl meneer, laxeermiddel in brokvorm.
Goed, en nu wil uw comité?
Enge honden de buurt uit. Laat ze maar bij mekaar d’r een bende van maken.
De baasjes moeten mee?
Laten we de discussie zuiver houden alstublieft. Als ze om die mormels geven moeten ze meeverhuizen ja. Het comité heeft niks tegen die mensen. Het is ook gewoon beter voor die honden zélf, begrijpt u?
Ongeveer.
Mooi.
Wat vindt uw éigen hond er eigenlijk van?
Ik ben een kattenmens, meneer.